Maar de osteopaat tracht ook de beweeglijkheid van andere anatomische structuren te beïnvloeden zoals de organen, het zenuwstelsel, de bloedvaten en het lymfatisch systeem via specifieke technieken.
- Craniosacrale technieken: Dit zijn technieken die toegepast worden op de schedel, het heiligbeen en het staartbeen waarvan één van de effecten het tot rust brengen is van het centrale zenuwstelsel. Deze technieken zijn ook zeer belangrijk in de behandeling van zuigelingen en kleine kinderen.
- Viscerale manipulaties: Dit zijn technieken die direct of indirect de beweeglijkheid van organen beïnvloeden.
- Lymfatische manipulatieve technieken: Dit zijn technieken die het lymfevatenstelsel beïnvloeden (het lymfevatenstelsel speelt een belangrijke rol in het lichaam als drainage- en afweersysteem).
Vooral in de toepassing van deze drie laatst vernoemde techniekcategorieën onderscheidt osteopathie zich duidelijk van andere vormen van manuele geneeskunde zoals chiropraxie en kinesitherapie.